[Buschman, Jacobus]
BUSCHMAN (Jacobus), ged. te Amsterdam in de Nieuwe Kerk 25 Juni 1704, overl. te Kampen 2 Dec. 1773, waarschijnlijk een zoon van Wilhelmus B. over wien niets naders bekend is, werd 23 April 1725 aan de Universiteit te Leiden ingeschreven als theol. stud., 3 Juni 1726 in de classis Amsterdam geëxamineerd en tot proponent bevorderd, 22 Sept. daarna beroepen te Akersloot en 24 Nov. daar bevestigd; sedert 15 Aug. 1728 (beroepen 27 Mei) was hij predikant te Elburg, waar hij 22 Oct. 1766 emeritus werd; zijn laatste levensjaren woonde hij te Kampen.
Hij schreef verscheiden theologische werken en had in zijn tijd eenigen naam als verklaarder van het Oude Testament: Ophelderingen over verscheyde stukken en woorden der Goddelijke Boeken, gespreid uit het ligt van derzelver klaarheid (Campen 1750); Jacobs en Moses Testamenten, des eersten in zommige stukken, des twede geheel, nevens de zegen en vloek-spraken over Israel, op Ebal en Gerizim opgeheldert in 23 opklaringen (Campen 1752); Oostersche geschiedenissen wegens de opvolging der koningen in het Chaldeesche rijk (Kampen 1766); Joodsche Geschiedenissen, in en na de zeventig dagweken, voorspeld aan Daniel .... uit de letter der Godspraak Dan. IX: 24-27 aangewezen (Kampen 1770, 2 dln.); nog wordt van hem vermeld: Geschiedenis van Joseph en Maria (Campen 1773).
Hij huwde 12 Juli 1731 te Elburg Arnolda Wobbina Wolfsen (geb. te Elburg 8 Sept. 1711, overl. 25 Maart 1766), bij wie hij acht kinderen had. Van hen worden de oudste Wilhelmus Johannes, de 3e Katharina Hendrika en de 4e Meinardus Joachim afzonderlijk besproken. De 2e Antonia Cornelia, geb. te Elburg 3 Mei 1731, begr. ald. 17 Juni 1822, huwde in 1765 met Mr. Pieter Hendrik Hesselinck (geb. te Elburg 15 Juli 1732), de 5e Petrus Mattheus, geb. te Elburg 7 Febr. 1743, werd in 1760 benoemd tot luitenant bij het ‘collegie ter admiraliteit’ te Amsterdam; de 6e en 7e waren dochters, geb. in 1746 en 1748; de 8e Albertina Maria, geb. 30 Maart 1753, begr. te Elburg 23 Sept. 1779, trouwde ald. 7 Febr. 1772 Mr. Maurits Sels (geb. te Wageningen 14 Juni 1745, burgemeester van Elburg, overl. te Zwolle 6 Dec. 1813; hij was een broeder van de vrouw van Mein. Joach. Buschman, zie aldaar).
Vergelijk: Album Stud. Acad. Lugd. Bat. 897; Boekzaal der geleerde waerelt 1751, II, 531 v., 1774, I, 103; J.A. de Chalmot, Biogr. Woordenb. V (1799) 203; Visscheren van Langeraad, Protest. Vaderl. I (1903), 723 v.; Genealogie v.h. gesl. Buschman, 9 v.
Kossmann