[Bouma, Assuerus van of de]
BOUMA (Assuerus van of de), zoon, waarschijnlijk de oudste, van Gellius Faber van Bouma (zie aldaar), geb. te Emden(?), overl. aldaar aan de pest 27 Aug. 1575. Hij studeerde met steun van gravin Anna te Bremen, werd predikant te Borssum en in 1573 of 1574 te Emden.
Zie: E. Meiners, Oostvrieschlandts kerkelijke Geschiedenisse I (Gron. 1738), 214, 459 v.
Knipscheer