[Borssele, Joannes van]
BORSSELE (Joannes van) of Borsalius, geb. te Middelburg of volgens sommigen te Veere, had zijne studiën voltooid aan de universiteit te Leuven, waar hij 1490 professor der filosofie was in de paedagogie het Verken. Zeer weinig is van hem bekend. Of hij verwant was met de adellijke familie van Borselen is twijfelachtig. Te Leuven behoorde hij tot de groep van humanisten, die Dorpius toejuichten en steunden in zijn pogen, om bij de jeugd de klassieke letteren en oude talen te doen waardeeren en beoefenen. In 1515 trad Borsalius op als leeraar der humaniora en 1518 was hij een ernstige mededinger van zijn landgenoot en vriend Adr. van Baarland naar den leerstoel der latijnsche taal in het pas geopende college van Busleiden. In een brief van den Kruisheer Gerard Geldenhauer van Nijmegen, voorkomend in de werken van Baarland, wordt Borsalius geprezen als ‘vir vitae integritate et summa eruditionis clarissimus, qui a morum honestate, boni cognomen meruit.’ Erasmus noemt hem onder de geleerden, die hij te Leuven had leeren kennen en van wien hij groote verwachtingen had. Hieron. Busleiden, staatsdienaar van Karel V, zocht een bekwaam leermeester voor een zijner neven, wonend in Luxemburg en meende dien te vinden in den persoon van J. Borsalius. Deze kweet zich uitmuntend van zijn taak, waarvoor Busleiden hem zeer dankbaar was, zooals blijkt uit de brieven van Busleiden aan hem gericht. Borsalius was niet zeer ingenomen met deze ondankbare taak en klaagt zijn nood aan Erasmus; hij roept diens voorspraak in om een leerstoel in een of ander college te verkrijgen in een brief uit Arlon 21 Nov. 1515. Het volgend jaar was Borsalius weder te Leuven. Busleiden beveelt hem met den allergrootsten lof aan bij een zijner kennissen. Erasmus steunde Borsalius op alle wijzen. Dec. 1517 beveelt hij hem aan bij den bisschop van Utrecht, Philips van Bourgondie, en prijst hem zoo hoog mogelijk. Uit dezen
brief blijkt, dat Borsalius kanunnik van St. Pieter te Middelburg was.
Voor Borsalius was het zeker een groote teleurstelling, dat hij bij de oprichting van het college van Busleiden ‘de Drie Talen’ 1517, werd voorbijgegaan. De aanbeveling van Erasmus bij den bisschop van Utrecht werkte ook niet veel uit. 1518 werd Joannes Borsalius benoemd tot deken van het kapittel op het kasteel Sandenburg bij Veere, wel te onderscheiden van het kapittel der O.L. Vrouwe kerk in de stad Veere, beide gesticht door de heeren van Borselen. 28 Maart 1519 schrijft hij uit Veere aan Erasmus en betreurde het geen tijd te hebben om zich aan de schoone letteren te wijden. 1519 belastte hij zich met de opvoeding van den zoon van Adolf van Borselen, heer van Veere. 1540 was Mr. Jacob Tassoul deken en B. dus waarschijnlijk overleden.
Zie: Paquot, Mémoires litt. I, 32; de la Rue, Geletterd Zeeland 215, 248-250; Analectes hist. eccl. Belg. XX (1886), 230; Annuaire université Louvain 1874, 397-412; De Katholiek XLVII (1865), 187; H. de Jongh, L'ancienne Fac. de théologie à Louvain (Louv. 1911) 122, 123, 199, 247.
Fruytier