[Borremans, Adrianus]
BORREMANS (Adrianus), jongste broeder van Antonius Borremans (die volgt), alumnus van de Remonstrantsche Broederschap, aanvaardde half gedwongen de bediening van de gemeente te Frederikstad a.d. Eider op 7 Juni 1683 voor drie jaren. In de vergadering van 16 Mei 1686 blijkt dat zijn broeder Salomon (die volgt) aan de Broederschap uit zijn naam kennis had gegeven dat hij op verzoek van den magistraat besloten had te blijven, mits hij met kennisgeving van vijf maanden te voren aan den magistraat, ten allen tijde naar het vaderland vertrekken mocht. Hij vertrok 12 Juli 1696, en werd in 1699 te Woerden beroepen. In Dec. 1695 werd over hem bij den amsterdamschen kerkeraad geklaagd, dat hij huisdoop had bediend aan het kind van een schipper zonder verlof van den kerkeraad. Een beroep te Vlaardingen in 1697 schijnt niet tot uitvoering gekomen te zijn. Twee brieven van Phil. van Limborch aan hem, gedateerd 20 Febr. 1693 en 15 Dec. 1695, en twee eigenhandig geteekende van hem aan denzelfde, gedateerd 26 Febr. 1693 en 9 Febr. 1696, de beide oudste handelend over de verdraagzaamheid jegens de Kwakers, de beide andere over kerkelijke geschillen te Frederikstad, worden bewaard in de Bibliotheek der Remonstrantsche Gemeente te Rotterdam.
Zie: J. Tideman, De Rem. Broederschap. Biogr. Naamlijst (Amst. 1905), 190, 193, 268, 403 v., 449; Cat. van Handschr. op de Bibl. der Rem.-Ger. Gem. te Rott. (Amst. 1869), no. 677 e, f, g, i.
Knipscheer