ontving te Utrecht, zal wel dezelfde persoon zijn. Meester Petrus Blijenberch, eertijds leermeester in de St. Michielsabdij, had 1611 in bewaring 8 witte damasten lappen van alben, die behoorden aan het klooster Wijk O.S.D. De meesteresse van het begijnhof, de reeds genoemde Ant. van Wintershoven redde voor de Dominikanen vele ornamenten. De deken was blijkbaar uitgeweken naar Antwerpen en zal haar behulpzaam geweest zijn.
Zie: Val. Andreas, Fasti acad. (Lov. 1650) 308; Analectes hist. eccl. Belg. XVIII (1882), 109, 116; Handboekje zaken R.K. eeredienst, 1872, 348; Bijdragen bisdom Haarlem XXXIX, 205; Archief aartsb. Utrecht VI, 176.
Fruytier