[Backer, jhr. Hendrik]
BACKER (jhr. Hendrik), geb. 15 Aug. 1792 te Amsterdam, overl. te 's Graveland 30 Nov. 1846, zoon van Mr. Cornelis (kol. 57) en Agnes Maria Dedel. Hij trad 12 Maart 1824 op als lid van den Raad van Amsterdam, en werd 4 Juli 1827 tot lid der Tweede Kamer gekozen. Beide functies bekleedde hij tot aan zijn dood. Gedurende het zittingsjaar, dat in October 1840 aanving, was hij voorzitter der Kamer. In de Amst. Courant van 3 Dec. 1846 wordt over hem gezegd: ‘Vast van beginsels, opregt en rond van inborst, kundig in velerlei zaken, degelijk en der waarheid steeds getrouw, vriend van orde, was hij teregt hooggeacht bij den Koning, zijne medeleden in het Staats- en Stads-bewind, en geliefd bij allen, die hem kenden, wegens edelaardigheid en weldadigheid, waarvan hij zonder ophef of aanmatiging ruime blijken gaf.’ Zijn op 23 Dec. 1812 gesloten huwelijk met jkvr. Wilhelmina Cornelia Dedel (1792-1850) bleef kinderloos.
Breen