pendix H. Junii ad animadversa sua, nunc primum ex .... autographo in lucem edita (Rott. 1708); en schreef voorts: Lijkpredikatie uit Ezai. 57:2 over Petrus Bos (overl. 28 Mei 1718); Marcelli Palingenii Stellati Poëtae, Zodiacus Vitae, hoc est de hominis vita, studio ac moribus optime instituendo libri XII (Rott. 1722); Uitbreiding der Psalmen door P. de Groot, uitgegeven door K. van Arkel (Rott. 1724); eindelijk eenige gedichten. Een door hem geschreven commentaar op Flavius Cresconius Corippus, een grammaticus uit Afrika, is niet gedrukt; zijn dood heeft dat waarschijnlijk verhinderd. Nog wordt van hem genoemd: Fasciculus dissertat, philolog. (Rott. 1710). De remonstrantsche gemeente te Rotterdam bewaart nog een aantal brieven en handschriften van hem.
Zie: Visscher en van Langeraad, Het Protestantsche Vaderland I (1907), 225 v.; Tideman, De Rem. Broederschap, Bibliogr. Naamlijst (Amst. 1905) 48, 55, 100, 250, 450; Catal. van Handschr. der Rem. Ger. Gem. te Rotterdam (Amst. 1869) register.
Knipscheer