laatste bisschop van Yperen evenaarde en overtrof in ijver de grootsten onder zijne voorgangers. Den 17en Dec. 1789 gaf hij een mandement uit, waarin hij zijne vreugde uitsprak over de bevrijding van de willekeurige keizerlijke regeering en schreef een plechtigen dankdag uit voor heel zijn bisdom, gelegen binnen de Nederlanden. Paus Pius VII prijst hem aldus in een breve van 10 Juli 1800: ‘Episcopum nostrum luculentissima in tanta difficultate temporum fidei constantiaeque exempla edidisse’. Tijdens de fransche overheersching. Oct. 1797-1801, verbleef hij op het kasteel Krechtingen bij Wezel. Grootmoedig deed hij 8 Dec. 1801, evenals de bisschop van Roermond en de kardinaal van Mechelen, afstand van zijn geliefd bisdom, dat ten gevolge van het concordaat bij het nieuwe bisdom van Gent was gevoegd. Hij bleef het besturen als vicaris op last van den Paus tot 13 Juni 1802, toen de nieuwe bisschop de Beaumont van Gent geïnstalleerd werd. Hij trok zich terug in la Rochette, waar hij overleed. Zijn lijk werd overgebracht en begraven te Elsloo.
Hij gaf het volgende werk uit: La voix salutaire ou instructions spirituelles et morales sur différents sujets par un solitaire (Liège 1801).
Zijn geschilderd portret bevindt zich in het seminarie te Brugge.
Zie: de Theux, Bibliographie Liègoise, 2 ed. (Bruges 1885) 818; v.d. Velde, Synopsis monumentorum collectionis conciliorum archiep. Mechl. II, 572-575, III, 816; Habets, Gesch. bisdom Roermond I, 249; de Theux, Chap. de St. Lambert IV, 86; Revue Bénédictine XXXI, 294-306; Thimister, Histoire de la collégiale de St. Paul (Liège 1890) 382-303.
Fruytier