[Antonides, Meinardus]
ANTONIDES (Meinardus), geb. omstr. 1700 te Westerwijtwert, overl. te Onderwierum 24 Aug. 1776, zoon van Theodorus A. (die volgt) en diens derde vrouw Elisabeth Magdalena de Walrich. Na den dood van zijn vader ging zijn moeder wonen in Uithuizen, waar hij onderricht kreeg in de latijnsche taal van den onderwijzer Elleri, om daarna de lessen te volgen aan de latijnsche school te Groningen, waar hij ook de hoogeschool bezocht. Den 28en Sept. 1726 door de classis van Middelstum praeparatoir geëxamineerd, werd hij 17 Oct. 1728 als predikant te Onderwierum (niet Oudemirdum zooals het Prot. Vaderland vermeldt) en Westerdijkshorn bij Bedum bevestigd. Hij was gehuwd met Catharina Busz, dochter van Gerhardus B. te Uitwierde, later te Stitswert. Veertig jaren heeft hij in zijn gemeente geworsteld met onverschilligheid. Hij was een vroom, mystiek prediker, blijkens de kerkeraadsacten, die hij verrijkte met gebeden, en zijn werk Schriftmatige Verklaaringe over het borgtogtig en Zaligmakend lijden, kruisdood en begraaffenisse van den Heere Jezus, Groningen 1753, herdrukt omstr. 1870 bij J. van Golverdinge te 's Gravenhage. Ook bezorgde hij het door zijn vader in handschrift nagelaten boek Olympia (Gron. 1732).
Zie: Boekzaal 1776, 735-41; Visscher en van Langeraad, Prot. Vaderl. in voce; Wumkes, De Geref. Kerk in de Ommelanden tusschen Eems en Lauwers (Gron. 1904), 121-123.
Wumkes