[Alkemade, Cornelis van]
ALKEMADE (Cornelis van), geb. te Rotterdam 11 Mei 1654, gest. aldaar 12 Mei 1737, moet in zijn jeugd verscheiden jaren in Leiden hebben gewoond en daar een geletterde opvoeding hebben genoten. Hij was blijkbaar gefortuneerd, toen hij zich na de voltooiing van zijn opvoeding in Rotterdam vestigde. Niettemin was hij, misschien om geregelden arbeid te hebben, in allerlei openbare ambten werkzaam, ten slotte als eerste commies ten kantore der convoyen en licenten, welke functie hij tot zijn dood bekleedde. Intusschen was zijn liefde aan geheel andere dingen gewijd. Hij begon munten, penningen, oorkonden, autografen en boeken te verzamelen en kopieerde bovendien een zeer groot aantal historische documenten; zoo ontstond een uitgebreide verzameling van allerlei zeldzaamheden, die reeds Uffenbach merkwaardig genoeg vond om ze te beschrijven. Zij erfde na van Alkemade's dood over op zijn schoonzoon Mr. Pieter van der Schelling. Na diens dood in 1751 werd de verzameling voor een deel verkocht. Voor een ander deel bleef zij in het bezit der familie. In 1777, toen Kluit ze bezocht, was zij in het bezit van Salomon Bosch; in Schotel's tijd, omstreeks 1830, berustte zij onder de familie van Vollenhoven. Eerst in 1848 is zij in Amsterdam verkocht en zoo verspreid. In verschillende openbare en ook bijzondere bibliotheken kan men nog handschriften van van Alkemade en van der Schelling vinden.
Evenals van der Schelling was van Alkemade sterker in het verzamelen dan in het verwerken van een omvangrijk historisch materiaal. Dat het hem aan grondige methode en vooral aan kritiek ontbrak, blijkt wel uit zijn geloof aan de echtheid van de kroniek van Klaas Kolijn, waarmede Reinier de Graaff hem bedroog. Niettemin ging hij in zijn dagen door voor een kundig man, die met geleerden als van Leeuwen, Matthaeus, Pars, Oudaen in nauwe betrekking stond. Dat hij meer vlijt dan oordeel bezat, blijkt ook uit zijn verschillende publicatiën, die als uitgaven van documenten nog wel eenige waarde hebben, die tevens echter toonen, dat hij de vereischte nauwkeurigheid miste, die noodig is voor het afschrijven en bewerken van oude stukken.
Van Alkemade's eerste publicatie was de Hollandse Jaar-Boeken of Rijm-Kroniek van Melis Stoke, behelzende de geschiedenissen des lands onder de princen van het eerste huis tot den jare 1305 (Leiden 1699, fol.), een uitgave, die nu natuurlijk geheel verouderd is. Daarop volgde De goude