[Alderwerelt, Joan Karel Hendrik de Roo van]
ALDERWERELT (Joan Karel Hendrik de Roo van), geb. te Harderwijk 6 Aug. 1832, overl. te 's Gravenhage 31 Dec. 1878; zoon van Joan Carel Anne de Roo v.A. (zie beneden op Mr. W.P. de R.v.A.) en van Carolina Maria Elandina Heeneman. Hij ontving zijn opleiding aan de Kon. Milit. Acad. te Breda, werd 28 Sept. 1855 1e luitenant der infanterie, 21 Mei 1864 kapitein en was majoor, toen hij door het kiesdistrict Leeuwarden werd afgevaardigd naar de Tweede Kamer der S.G. (Sept. 1866). Hier trad hij op en deed zijn scherpe critiek op leger- en vestingtoestanden meermalen hooren tegenover de verouderde theorieën der meeste opperaanvoerders en dat wel op de meest bekwame en welsprekende wijze. Hij werd daarbij ter zijde gestaan door den ingenieur Stieltjes. Hier noodzaakte zijn degelijke, scherpe en rustelooze oppositie méér dan een minister tot aftreding. In 1877 aanvaardde hij in het ministerie Kappeyne zelf de portefeuille van oorlog, doch vond tevens goed, dat hij te Leeuwarden als lid der Tweede Kamer herkozen werd. Zijn uitgebreide plannen tot reorganisatie van ons leger- en verdedigingswezen werden echter verijdeld door een smartelijke ziekte, die hem einde 1878 ten grave sleepte, weinig tijds na het verscheiden van zijn medestander Stieltjes.
Hij huwde te 's Gravenhage 5 April 1859 Constancia Jacoba Heldewier (1833 -1902) dochter van Daniël Charles en van Claire Susanna van Kerchem. Uit dit huwelijk sproten vier kinderen.
Hij schreef: Handleiding tot de kennis der Vad. Geschiedenis; Gesch. van het 7e Regiment Infanterie (Arnhem 1857); De vestingoorlog en de vestingbouw in hunne ontwikkeling beschouwd 's Gravenh. 1862); Bijdragen tot de kennis van ons verdedigingsstelset (Breda, 1864); De versterking van Parijs, een bladz. uit de parlementaire gesch. van Frankrijk (Amst. 1874); De Vat van het tweede Keizerrijk (2 dln. Schiedam 1875). Voorts eenige kleinere geschriften, als: Nederland bij een oorlog tegen Pruisen; De kadettenscholen in Zwitserland; Het Zwitsersche militieleger. Hij werd indertijd ook algemeen aangewezen als de auteur van: De crisis en de toekomst der liberale partij (vlugschrift, zomer 1876).
Zie: Ned. Spectator 1879, 42; Milit. Spectator, 2e st. IV, 87; Blok, Gesch. v.h. ned.