Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 6
(1924)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 26]
| |
23 Maart 1825; zoon van baron Jean Louis (die voigt) en van S.M. Houtuyn. Hij studeerde sedert 1765 te Utrecht, werd raadsheer in het Hof van Gelderland en later raadsheer in het Hooggerechtshof te 's Gravenhage. Bij Kon. Besl. d.d. 15 April 1815 no. 17 ingelijfd in den Ned. Adel, werd 6 Juni 1822 voor hem de titel van baron erkend. Hij huwde te Renkum 19 April 1779 met Petronella van Leyden (1755-1843), dochter van Jurriaan en van Johanna de Lange. Van hun 5 kinderen volgt Marinus Constantijn v.A. Houtuyn, de oudste dochter Louisa Maria huwde te 's Gravenhage 24 Febr. 1819 (als wed. van Dr. Corn. Petr. van Tricht met Mr. Hendricus Wijnbeek, over wien dl. III, 1503. De tweede dochter, Johanna Adriana, huwde Isaäc Cornelis Farret, aan wien in ondergemelde Kwartierstaten een art. is gewijd. Zie: Nederl. Adelsboek, 1912, 37; v. Rhede v.d. Kloot en Bär, Geneal. Kwartierstaten. Regt |
|