[Aardenburg, Hendrik van]
AARDENBURG (Hendrik van) of de Herdenburch, genaamd naar zijne geboorteplaats Aardenburg in Z.-Vlaanderen, was Benediktijner monnik van St.-Baafsabdij te Gent en abt aldaar van 1212 tot aan zijn dood, 2 Nov. 1223. Talrijke nog bewaarde oorkonden getuigen van den ijver en de zorg van den abt om de eigendommen zijner abdij te verzekeren, te bewaren en te vermeerderen. Hij stond hoog in aanzien bij de gravin van Vlaanderen, Johanna, die talrijke giften schonk aan St. Baafs. Haar voorbeeld werd gevolgd door de aanzienlijkste heeren van Vlaanderen, van wie de abt vele gronden, cijnzen en renten ontving. Nauwkeurig deed hij de verplichtingen der meiers en pachters nagaan, over het bezaaien, ontginnen, bemesten der akkers, over het onderhoud der dijken, vlieten en waterloopen, en ontnam hun het verpachte wanneer zij zich hierin nalatig betoonden. Hij voerde een gelijkvormig systeem in voor het ontvangen der inkomsten der abdij, die bestonden in vele verplichtingen en opbrengsten in natura. De abt droeg veel bij tot het ontginnen der woeste gronden in het land van Waas en rondom Gent. Hij stichtte eene kerk te Mendonk op de ontgonnen gronden en wist vele moeilijkheden over betwiste rechten met de adellijke heeren en andere kloosters in der minne te schikken. Hendrik van Aardenburg was door zijn zegenrijk bestuur een der voornaamste baten van St. Baafsabdij.
Zie: van Lokeren, Hist. de l'abbage de St. Bavon (Gand 1855) 89-95; Sanderus, Flandria illustrata (2e ed.) 284-285.
Fruytier