[Zijl, Willem van]
ZIJL (Willem van), zoon van Jan van Zijl en Henrica van Oort, was baccalaureus in decretis en bezat reeds verschillende prebenden, toen hij in 1373 het dekanaat van St. Pieter te Utrecht verkreeg, waarin hij bij bul van 24 Jan. 1374 door paus Gregorius XI werd bevestigd. Hij en zijn broeders Gijsbert en Gerard schijnen bijzonder geijverd te hebben voor den tegenpaus Clemens VII. Deze benoemde den eerste in 1382 tot kanunnik ten Dom en verleende den tweede in hetzelfde jaar de proosdij van St. Maarten te Emmerik. Bij bul van 20 Febr. 1382 verleende deze paus aan Willem de proosdij van Oudmunster te Utrecht, hoewel hij deze niet in bezit schijnt gekregen te hebben. Clemens verleende hem tal van andere voorrechten en nam hem 21 Jan. 1384 onder zijn familiares op. Over de proosdij van Elst was hij langen tijd in strijd met Hugo Wstinc (zie I kol. 1507). Zij behooren tot het aanzienlijke utrechtsche geslacht, welks goederen onder Cothen lagen.
Zie: G. Brom, Bullarium Trajectense, register in voce; dezelfde, Archivalia in Italie I, nos. 1001, 1002, 1003, 1012; Bijdr. en Meded. Hist. Gen. XXVIII, 34, 35, 77; Hoynck van Papendrecht, Analecta Belgica III, A, 239; Genealogische en Heraldische Bladen II (1907), 219; III (1908), 151 v.v.
van Kuyk