[Zwaan, J.A. de]
ZWAAN (J.A. de), geb. te 's Gravenhage 1799, overl. aldaar 28 Jan. 1862. Nog slechts zeventien jaar oud, werd hij klerk op het Rijksarchief, maakte een reis naar België ter terugvordering van Hollandsche charters en volgde welhaast de Fouw op als commies-chartermeester. Van Wijn was oud en liet aan de Zwaan veel, ook tijd voor eigen studie, over en zoo werd hij die vraagbaak voor talloozen, die in het archief nasporingen kwamen doen, onder wie tal van buitenlandsche hoogleeraren en gezanten, werd hij die grondige kenner en onvermoeide (en gelukkige) ontcijferaar van ook het moeilijkst schrift, wiens groote verdiensten erkenning vonden, behalve in twee ridderorden, in het lidmaatschap der New-York Historical Society, van het Prov. Utr. Gen. en van de Maatschappij der Nederl. Letterkunde.
Zie: Schotel, Levensber. Letterk. 1863, 400 vlgg.
L. Knappert