[Zeeman, Catharinus Forandinus]
ZEEMAN (Catharinus Forandinus), geb. 2 Nov. 1828 te Numansdorp uit Pieter Zeeman, arts aldaar (1796-1872) en Elisabeth Sasanna Zoutmaat (1790-1876). Hij liet zich te Leiden voor de theologie inschrijven 28 Aug. 1848, zijn broer Johannes, de medicus, 27 Juni, maar hij woonde te Zoeterwoude bij zijne ouders, die zich daar gevestigd hadden. In 1853 proponent geworden, ging hij 1854 naar Welsum en vandaar 1862 naar Zonnemaire, 1904 werd hij emeritus en overleed 1906. Lange jaren is hij secretaris geweest van het Provinciaal kerkbestuur van Zeeland. Hij huwde 1861 met Willemina Worst. Hij staat vooral bekend als schrijver van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, benamingen en volksuitdrukkingen aan den bijbel ontleend, Dordrecht 1876, 1888, met zilver bekroond door de Hollandsche maatschappij van fraaie kunsten en wetenschappen. Dr. E. Laurillard kreeg den gouden eerepenning en gaf zijn boek uit als Bijbel en volkstaal, Amst. 1875. Zeeman prijst het in zijne voorrede uit een onverdeeld gemoed; toch doet zijn werk voor dat van Laurillard niet onder, het is veel breeder opgevat, gaat ook buiten de eigenlijke volkstaal, het heeft veel rijker literatuur, slechts is het methodisch minder en haalt te veel om. Het is alfabetisch en geeft telkens het woord, dat in de bedoelde zinsnede het voornaamste is (Kolen; vurige kolen op iemans hoofd hoopen). Er waren er echter vele onder, die mondeling noch schriftelijk algemeen gangbaar waren. Vandaar dat Dr. J. Herderscheê toen nog eens eene verzameling gaf van namen en uitdrukkingen, spreekwoorden en spreekwijzen, ontleend aan of rustende op het bijbelsch spraakgebruik, die in het dagelijksch leven gemeenlijk worden gebruikt (Namen en spreekwijzen aan den bijbel
ontleend, Dev. z.j.).
Zie: Nagtglas, Levensber. van Zeeuwen II 1017.
L. Knappert