[Ijsbrantsdr., Maritgen]
IJSBRANTSDR. (Maritgen), de vrouw van Jan Beukelsz. van Leiden. Voorheen gehuwd met een schipper, hield zij daarna met Jan B. eene slecht befaamde herberg op den hoek van het Noordeinde, bij de Anthonisbrug, waar de Drie Haringen uithingen en waar zij Nov. 1533 met hem door Jan Matthijsz. werd gedoopt. Zij maakte sindsdien den tocht naar Genemuiden mede, maar werd 7 Sept. 1534 begenadigd. Terwijl haar man te Munster ‘koning van Sion’ was, vergaderden te haren huize aan het Noordeinde en in een andere, haar ook toebehoorende, woning in de Donkersteeg bij de St. Jansbrug, de samenzweerders tegen de stad. Zaterdag 23 Jan. 1535 werd het plan verraden. Maritgen werd in haar huis gevangen genomen, straks ‘mitten vyere’ terechtgesteld.
Zie: L. Knappert, Opkomst enz. 142, 144, 147, 150 en de daar genoemde plaatsen.
L. Knappert