[Spruyt, Johan van der]
SPRUYT (Johan van der) schijnt een Rotterdammer te zijn, hoewel ons geen levensbijzonderheden van hem bekend zijn. Of wij hem mogen identificeeren met Jan Spruyt, zoon van Andries Spruyt en Adriana Roest, gedoopt te Rotterdam 20 Febr. 1752, overleden aldaar 27 Sept. 1797 en 17 Sept. 1780 gehuwd met Hermina Jacoba Schermer, is niet zeker, daar deze Jan Spruyt solliciteur (= procureur) genoemd wordt en Johan van der Spruyt plaatsnijder was. Den 19den Febr. 1788 besloten burgemeesteren en fabriekmeesteren aan dezen plaatsnijder op te dragen om de wapens te graveeren, die in het stadskaartboek van de Vou moesten bijgevoegd worden. Dat hij tevens teekenaar was, blijkt uit een afbeelding van de Delftsche Poort, 1783, met onderschrift: ad viv. del. et sculp. J.v.d. Spruyt; uit een portret van Willem George Frederik, Prins van Oranje en Nassau enz., N. Cornel excudit te Rotterdam, J.v.d. Spruyt ad viv. del. Verder kennen wij van hem De Rivier de Maze voor de stad Rotterdam in het begin van 't jaar 1784, afgeteekend en in 't kooper gebragt door A. van der Haar en J.v. Spruyt; Afbeelding der prachtige illuminatie en decoratie voor de huizinge van den Heere M.Th. Peypers op den 7 Augustus 1788, A. Boon del. Spruit sc. N. Cornel excud; Afbeelding der luisterrijke illuminatie en decoratie voor de huizinge van den Heere H. van Oort, op den 7 Augustus 1788, A Boon del. Spruyt sc. N. Cornel exc. Een portret van Ds. Joh. Habbema, predikant te Rotterdam, is in 1785 door hem in koper gebracht, een portret van Hugo de Groot en diens graftombe te Delft in 1786.
Zie: Kramm Gesch. van de beeld. kunsten in de Nederlanden; Rott. Historiebladen, afd. III, dl. I, 696; Rott. Ill. no. 41, 508, 1366, 1451 en 1452; Moquette, Catalogus van de Portretverz. no. 866, 867 en 963.
Moquette