Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 5
(1921)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 654]
| |
administratieven staatsdienst. Eerst was hij verbonden bij de Droits-Réunis te Maastricht; na de inlijving van het Koninkrijk Holland werd hij Procureur des Keizers (officier van justitie) te Amersfoort. Daar leerde hij den Nederlandschen volksaard en de Nederlandsche letteren kennen en waardeeren. Onder Willem I kreeg hij een aanstelling (1814) tot Vice-President, in 1817 tot President der Rechtbank in Brugge. In 1829 ontving hij den Nederlandschen Leeuw, terwijl de Staten van West-Vlaanderen hem in het zelfde jaar tot lid der Staten-Generaal van het Koninkrijk kozen. In de Kamer sloot Sandelin zich bij de Conservatieven aan. Hij bewonderde de Grondwet van 1815 ten zeerste, en verdedigde haar tegen de aanvallen van zijn mede-afgevaardigden uit het Zuiden. Zijn aanvankelijke populariteit veranderde dan ook weldra in afkeer, en toen hij in 1830 niets van de Belgische revolutie wilde weten, plunderde het grauw zijn huis in Brugge. Het gelukte hem met moeite, zich met vrouw en kind in veiligheid te brengen, en Den Haag te bereiken. Daar bleef hij sedert wonen, terwijl hij in 1839 voor de Nederlandsche nationaliteit koos. De Nederlandsche regeering heeft echter Sandelin niet weder in actieven dienst hersteld, doch hem eerst op wachtgeld en daarna op pensioen gesteld. Men schonk hem evenwel in 1844 den titel van Staatsraad in buitengewonen dienst. Sandelin heeft zich de rest van zijn dagen aan de studie van de Schoone Letteren en het Recht gewijd, en overleed te 's Gravenhage, den 21en Juni 1857. Hij was tweemaal gehuwd geweest, den eersten keer met Marie Jeanne Bosquet, den tweeden keer met Maria Theresia Adelaide Servais, die hem in 1855 ontviel. Uit het tweede huwelijk was een zoon. Behalve eenige kleinere geschriften over politieke of juridische onderwerpen, publiceerde Sandelin: Jacob Cats zedelijke en meest bijzondere schoonheden, bijeenverzameld en op eene alphabetische orde gebracht (1822), Répertoire général d'économie politique ancienne et moderne, 6 volumes, 's Gravenhage, P.H. Noordendorp (1846-1848). In het laatste werk doet de schrijver zich als liberaal-conservatief economist kennen. Hoewel hij steeds een overtuigd Roomsch-Katholiek gebleven is, kon hij toch in het staatkundige niet altijd met den clerus medegaan. Sandelin was lid en zelfs geruimen tijd voorzitter der in 1819 naar aanleiding der bekende Taal-besluiten opgerichte Koninklijke Maatschappij van Vaderlandsche Taal- en Letterkunde te Brugge waar hij in 1820 een rede hield over: ‘Eendragt en Vaderlandsliefde’. In 1830 werd hij ook tot lid der Leidsche Maatschappij gekozen. Zie: Levensbericht Letterkunde door A. Elink Sterk Jr. 1857. van Wijk |
|