theologie en hagiographie. Zijn groote ijver voor de godsvrucht der zielen in het vagevuur deed hem niet alleen hierover een drietal werken opstellen, maar hij richtte 1630 een broederschap op voor de overledenen, dat nog bestaat. Vele zijner werken doen hem kennen als vurigen Mariavereerder. 1617 had hij te Oosterwijk een broederschap opgericht van O.L. Vr. van den Rozenkrans, dat weldra 3000 leden telde. Een lijst zijner uitgegeven werken, waarvan enkele zeer uitgebreid zijn, vindt men bij Foppens, Bibl. Belg. II, 773 en Biogr. Nat. Een beknopte geschiedenis zijner abdij, lijsten van de abten van St. Truiden, St. Paulus te Utrecht, van de Commandeurs der Duitsche orde te Utrecht, van het kapittel van Nivelles, enz. en vele bijzonderheden over adellijke families vindt men in zijn werk: Historia S. Gertrudis, principis virginis primae Nivellensis abbatissa (Brux. 1637) in 4o pp. 690. Het portret van den abt komt voor in zijn werk: Vita S. Beggae ducissae Brabantiae Andetenensium Begginarum et Begghardorum fundatricis (Lov. 1631) en is ook afgebeeld naar een gravure v. Henric. van Sanden in: van Even, Louvain dans le présent et le passé (Lov. 1895), 67.
De geleerde en werkzame abt overleed 61 jaar oud. Zijn grafmonument verdween 1798, toen alles in de abdij verkocht en verkwanseld werd.
Deze abt was geen conservator der universiteit, zooals de meeste abten zijner abdij. Sanderus geeft verkeerd als datum van overlijden 1641.
Zie: A. Jacobs, L'Abbaye noble de St. Gertrude (Louv. 1880), 70-74; J.G. a Rychel, Hystoria S. Gertrudis 663-665; Sanderus, Chorograph. Sac. Brabantiae II, 4.
Fruytier