[Reynst, Pieter Hendrik]
REYNST (Pieter Hendrik), zoon van Jacob Reynst, luitenant-admiraal van Holland en Westfriesland, en Eva Clifford. (1723-1791). Hij behoorde van vaders- en moederszijde tot de aanzienlijkste geslachten der amsterdamsche regentenfamilies. Hij trad, evenals zijn vader, in den zeedienst, werd in 1743 tot extraordinaris en in 1753 tot ordinaris kapitein-ter-zee bevorderd. In 1772 volgde zijn aanstelling tot schout-bij-nacht en in 1779 tot vice-admiraal en commandant van het eskader op de reede van Tessel. Als zoodanig vertegenwoordigde hij de staatsche overheid bij het ongenood bezoek van Paul Jones en zijn amerikaansch-fransch eskader. Hij toonde daarbij duidelijk, dat hij allesbehalve gesticht was over de aanwezigheid van dezen ‘Founder of the American Navy’.
In den vierden engelschen oorlog had Reynst geen gelegenheid zich te onderscheiden. Doch in 1783 ontving hij bevel, om met een aanzienlijk eskader naar de Middellandsche zee koers te zetten tot bescherming der nederlandsche handelsbelangen in die wateren. De reis was niet gelukkig; de schepen werden door een geweldigen orkaan in het westelijk bekken dier zee aangegrepen en deerlijk gehavend, terwijl het linieschip ‘Drenthe’ omslock en zonk.
In het voorjaar van 1784 werd het eskader met spoed teruggeroepen wegens de dreigende moeilijkheden met keizer Jozef II. Reynst kreeg nu het bevel over de staatsche zeemacht in de Schelde; een zijner ondergeschikten, de luitenantter-zee Cuperus, hield er den 8en Oct. 1784 een brik aan, die in strijd met de bestaande tractaten, van Antwerpen naar zee wilde zeilen. Men weet, dat de keizer dit incident als een oorlogsverklaring wilde beschouwen doch op raad van Frankrijk ten slotte voor een vergelijk, het tractaat van Fontainebleau, te vinden was.
In den Patriottentijd bleef Reynst, zooals trouwens de overgroote meerderheid der zeeofficieren. den Prins getrouw. Hij werd in 1789 aangesteld tot luitenant-admiraal van Holland en West-Friesland en is, na deze waardigheid twee jaar lang bekleed te hebben, in 1791 te Arnhem overleden.
Reynst is in 1761 gehuwd met Johanna Sara Bicker, bij wie hij twee kinderen had. Hij woonde te Amsterdam op de Keizersgracht en bezat de hofstede Hoffwerk bij Breukelen aan de Vecht.
Schilderij door B. Bolomey.
Zie: J.E. Elias, De Vroedschap van Amsterdam I; J.C. de Jonge, Geschiedenis van het Nederlandsche Zeewezen 5 en 6; F.W. van Wijk, De Republiek en Amerika 1776-1782.
van Wijk