Voorpoort of Gevangenpoort. Zij vertoefde herhaaldelijk op het slot te Teilingen met den graaf (o.a. 1387 en 1390) en vergezelde hem ook op reizen naar Henegouwen. Aan de feestelijkheden van het Hof, waarop de edelen en edelvrouwen van Holland genoodigd werden, nam zij geregeld deel, terwijl zij geheel behandeld werd alsof zij 's graven echtgenoot was. Zijn zoon Willem van Oostervant waarborgde ook de geschenken, die zij van zijn vader ontvangen had, bij acte. Men nam er echter aanstoot aan, dat Albrecht door haar toedoen de Kabeljauwsche partij begon te begunstigen, waardoor ook zijn zoon zich achteruitgezet gevoelde. Hij stelde zich in betrekking tot verscheidene Hoeksche edelen en trachtte den invloed der tegenpartij, onder welke Jan van Arkel eene voorname plaats bekleedde, te breken. Eene uiting van de ontevredenheid zijner medestanders was de moord op Aleida en 's hertogen hofmeester Willem Kuser, die haar vergezelde. Tegen de moordenaars en tegen degenen, die tot hen in betrekking stonden, werd vervolging ingesteld en eerst vele jaren later had de zoen tusschen de magen van Aleida en van Kuser en de heeren Dirk en Hugo de Blote te 's Gravenhage plaats (1413).
Zie: van Gouthoeven, Chronycke (Dordr. 1620); Veldenaer, Chronyck van Hollandt (Leyd. 1650) blz. 65; van Mieris, Charterboeck (Leyd. 1753) III 204; Wagenaar, Vad. Hist. III 322 vg.; van Wyn, Nalezing op Wagenaar 185; Kon. v.h. Hist. Genootschap VII, 57, 95; Ising, Haagsche Schetsen 1 (Haag 1878); voor tijdschrift-artikelen zie Petit's Repertorium.
Haak