[Plettenberg, Mr. Joachim Ammema baron van]
PLETTENBERG (Mr. Joachim Ammema baron van), geb. te Leeuwarden 8 Maart 1739, overl. op den huize Windesheim (bij Zwolle) 18 Aug. 1793, was de zoon van Hendrik Casimir ritm. en col. comm. der ruiterij en zijn 3de vrouw Agatha Petronella van Ammema. Hij studeerde te Utrecht in de rechten, was eerst gecommitteerde ter Staten-Vergadering van Friesland, maar vertrok 18 Mei 1764 met het O.I.C. schip ‘Amerongen’, kapitein Jacob Pieter van Braam, van Texel als buitengewoon raad van Justitie en kwam 2 Januari 1765 te Batavia aan. In 1767 huwde hij Cornelia Charlotte Feith, weduwe van Louis Taillefer, directeur van Bengalen en vertrok als independent fiscaal naar de Kaapkolonie, was in 1772 als secunde aldaar werkzaam en van 1774-1785 als gouverneur. Gedurende zijn beheer viel de Eng. oorlog voor, waarin Frankrijk door het zenden van een vloot en troepen onder admiraal de Suffren, zoowel de Kaap als onze bezittingen in Voor-Indië uit Eng. handen redde. De kaapkolonie had dientengevolge 1784 een Fransche bezetting. Bovendien kenmerkte zijn bewind zich door tochten naar het binnenland, zoo wel door hem zelven, als door Olof Gotlieb de Wet en anderen ondernomen. In 1783 deed zijn zwager Jacob Pieter van Braam de Kaap aan met het hulpeskader voor O.I. bestemd. In de laatste dagen van dat jaar kreeg hij zijn eervol ontslag als gouverneur, maar het duurde nog tot 1785 voor zijn opvolger Cornelis Jacob van de Graaf hem verving en hij met de retourvloot als admiraal repatriëerde. Zijn archief is door den achterkleinzoon van den commandeur, W.H. van Braam, in 1914 en 1916 aan het Algem. Rijksarchief geschonken. Zijne weduwe, die dit archief bewaarde, bewoonde het huis in de Kamperstraat te Zwolle,
dat door de stedelijke autoriteit aldaar is gebruikt voor de ontvangst van keizer Napoleon I in Oct. 1811.
Zie: Godee Molsbergen: Reizen in Zuid- Afrika II. Tochten naar het Noorden (1686-1806) Uitg. der L.V. 1916.
Mulert