[Planque, Nicolaas de la (1)]
PLANQUE (Nicolaas de la) (1), naam die zeer verhaspeld voorkomt, Planc, Plance, Planques enz. werd 1589 te Keulen geboren. Hij studeerde enkele maanden te Saumur, verliet die hoogeschool 26 Dec. 1609 met een loffelijk getuigschrift, heeft ook een jaar te Sedan gestudeerd, ontving van de predikanten aldaar en van prof. Tilenus 21 en 22 Oct. 1612 een tweede testimonium en is toen naar Leiden gegaan. Dáár vinden wij hem 14 Dec. 1612 ingeschreven als ‘Nicolaus de le Plancq Coloniensis 23 T.’, zoodat de identiteit genoegzaam blijkt. Bodel Nyenhuis en op zijn voetspoor van der Aa laten hem April des volgenden jaars te Kampen op de Waalsche synode proponent worden. Inderdaad heeft die synode 18-20 April 1713 te Kampen vergaderd, maar geen Nic. de la Planque komt daar onder de proponenten voor, ja zelfs mist men zijn naam in de table alfabétique van het Livre synodal. Veeleer moet men aannemen, dat hij van Leiden naar Keulen fs gegaan, waar hij dan 26 Aug. 1613 predikant is geworden bij de (sinds 1571 afzonderlijk georganiseerde) nederlandsch gereformeerde gemeente, ‘die tot Ceulen den waren Godt int verborgen dient’. In 1618 vinden wij hem te Utrecht, waar hij, na prins Maurits' omzetting der regeering, de contra-remonstranten dient met Rudolfus Petri (kol. 497). In Sept. van dat jaar heeft toen de tielsche gemeente hem vergeefs tot predikant begeerd. Hij is naar Keulen teruggekeerd, maar daar niet lang meer gebleven. De vervolgingen waren toegenomen en door de ‘wedersakeren’ kon hij ‘sonder merckelyck gevaer soo sijns persoons als ook dezer gemeynte’ niet langer blijven. Ds. Joh. de Mourcourt en de opzieners gaven hem een getuigenis d.d. 2 Febr. 1619, waarin zij zijne
getrouwheid, eenvoud, ijver en standvastigheid prijzen, hemzelven als een voorbeeld van de welgegronde leer en een christelijken wandel. Het stuk draagt het gemeentezegel van den wijnstok ‘met dry staken’ en het randschrift (ter verbetering van Archief X, 390): ‘Christus vitis vera et nos palmites’. Hij is toen aanstonds naar Kampen gegaan en daar 13 Juni predikant bij de geref. gemeente geworden (met bijvoeging ‘gek. van Keulen’). In 1631 voor den Haag, in 1632 voor Amsterdam bedankt hebbende, gezien en geacht, zoo-