[Pambo, Johann Gotlieb]
PAMBO (Johann Gotlieb), geb. Fürstenwalde b. Berlijn, 1696, en aldaar tot predikant geordend, werd in Mei 1724, tegen den raad van het Amsterdamsche consistorie, beroepen tot predikant bij de Ev. Luth. gemeente te 's Hertogenbosch. 4 Juni 1725 opgenomen in de Fraterniteit der Luth. gemeenten, werd hij 16 Mei 1732 beroepen te 's Gravenhage als Duitsch predikant. Hier werkte hij met grooten ijver. Als pietist stond hij vrij tegenover formulieren en formuliergebeden, als overtuigd Lutheraan trad hij heftig op tegen hen, die zich gereformeerde vrouwen namen. Door zijn gemis aan zelfbeheersching en zijn zelfoverschatting verkeerde de Haagsche gemeente gedurende zijn diensttijd in voortdurende onrust. Groote verdienste heeft hij tegenover haar, daar, vooral door zijn invloed, het Weeshuis werd gesticht, 1 Nov. 1737 geopend. Den 25. Sept. 1755 vierde hij het 200 jarig gedachtenisfeest van den godsdienstvrede te Augsburg nog mede, door een prediking over Ps. 129:2; den 14 Mei 1757 overleed hij plotseling, door velen betreurd.
Van zijn hand verschenen een collect-predicatie: Die wahre Christen als tiebreiche Saügammen der Waisenkinder ('s Gravenh. 1734) (ook vertaald); Vrede- en verzoeningspredicatie over Joh. 13:35; 1741, Die wahre christliche Bruderliebe und Eintracht (Frankf. 1751); De Gedachtenis van wijlen Z. doorl. Hoogheid den Heere Willem Karel Hendrik Friso, erfstadhouder, enz. 1751 (vert.) Beweis dass die Evang. Luth. Religion die beste sey, gehalten im Haag 7 Jänner 1738; Haag 1771.
Zie: F.J. Domela Nieuwenhuis, Gesch. d. Ev. Luth. Gem. te 's Gravenhage, Amsterdam, J.H. Gebhard & Co., 1854, blz. 39-54; Bijdr. t. Gesch. d. Ev. Luth. kerk in Nederland, VI, 168; R.Th.F. Reudler, Openl. hulde aan mijne 's Gravenh. gemeente, 1835.
Schilderij: C.A.V. Tronken. Prenten: E.L. Krete, J. Folkema.
Pont