[Otto III, bisschop van Utrecht]
OTTO III, bisschop van Utrecht, geb. omstr. 1200, gest. eind Mrt. of begin Apr. 1249. Hij was de tweede zoon van graaf Willem I van Holland en Aleidis van Gelre en bestuurde onder zijn broeder, graaf Floris IV, tot 1234 de Friesche graafschappen Ooster- én Westergoo. Vóór Febr. 1234 tot bisschop van Utrecht gekozen, werd hij eerst kort vóór 24 Juni 1245 gewijd en door den Paus bevestigd, tot zoolang dus elect genoemd. Na den dood van Floris IV in 1234 nam hij voor zijn neef, Willem II, de voogdij over Holland tot 1240 waar, terwijl zijn jongere broeder Willem hem verving, 1238 gevolgd door Boudewijn, graaf van Bentheim. Hij stond aanvankelijk niet aan de zijde van paus Innocentius IV, maar sloeg om na de keuze van zijn neef tot tegenkoning van Frederik II. Hij steunde den jongen Willem ook na de keuze als Roomsch-Koning (1247), die hij krachtig bevorderd had, en was tegenwoordig bij diens kroning te Aken (1248). Zijn regeering als elect en bisschop staat gunstig bekend; hij gold voor een der invloedrijkste vorsten in deze streken en speelde een belangrijke rol in de twisten des Keizers met Rome en bij de invoering der Dominicaner Orde hier te lande.
Zie over hem: Moll, Kerkgesch. II, 1, 114; Pijnacker Hordijk, Nederl. Archievenblad XX, 52; Meerman, Willem van Holland I. 120 vlg.; Brom, Bull. Traj. no. 142 vlg.; dez., Regesten, no. 867 vlg.
Blok