[Otto I, elect van Utrecht]
OTTO I, elect van Utrecht, geb. 1195, gest. 1 Sept. 1216, zoon van Otto l, graaf van Gelre (zie II 1038), opgevoed door den utrechtschen monnik Walter, die later abt van Villers in Brabant werd. Nog jong toonde hij geestelijke neigingen en toog na een ziekte naar het Heilige Land. Na zijn terugkeer werd hij proost van Xanten en 6 Dec. 1212 door den invloed zijner bloedverwanten, nog geen volle 18 jaar oud en dus ook niet eens priester, eenstemmig door de kanunniken tot bisschop gekozen. Rome erkende deze onkanonieke keuze niet en hij vond verzet. Om dispensatie deswege te verkrijgen naar Rome gereisd, stierf hij op reis 1 Sept. 1216 te Voorthuizen bij Elten in Bergland. Hij werd te Utrecht begraven.
Zie over hem: Moll, Kerkgesch. II, 1, 106; Pijnacker Hordijk, Ned. Archievenblad XX, 49; Brom, Bull. Traj. no. 57 vlg.; dez., Regesten, no. 621 vlg.
Blok