[Ortel, Ortell Joachim]
ORTEL Ortell (Joachim), verwant aan de antwerpsche familie van dien naam, waaruit de beroemde Ortelius gesproten is, gest. te Londen, 3 Oct. 1590. Hij was 1580/2 commissaris der vivres voor het leger namens Holland en als zoodanig in Brabant werkzaam, tevens voor de Staten-Generaal, voornamelijk bij de engelsche hulptroepen. In Aug. 1584 werd hij, die uitnemend engelsch schreef en sprak en de engelsche manieren kende, wat alles toen uitzondering was, agent van Holland te Londen en werd ook door de Staten-Generaal als zoodanig gebruikt, in het bijzonder om Elisabeth te bewegen tot hulp in geld en troepen na den dood van den Prins. Hij vergezelde in Sept. den door den Raad van State afgezonden de Gryze met bijzondere instructies van de Staten-Generaal en van Holland, Zeeland, Friesland en Gelderland. Hij had als handig diplomaat grooten invloed op de zending van Leicester, bleef in nauwe correspondentie met Oldenbarnevelt en andere hollandsche leiders, o.a. Buys, en bracht herhaaldelijk klachten over den engelschen landvoogd, die dit wel wist, over aan de Koningin. Hij was het, die in 1587 de beruchte geheime instructie van Leicester aan Oldenbarnevelt overzond en zoo Leicester's plannen bekend maakte. Hij zette later zijn diplomatieken arbeid te Londen voort en wijdde zich vooral aan de handelsbetrekkingen, tot zijn dood op 3 Oct. 1590. Hij was, als gehuwd met een dochter van den bredaschen secretaris van den Cornput, zwager van Emanuel van Meteren, die blijkbaar vele berichten over de verhouding tot Engeland aan hem dankte.
Vgl. over hem: Japikse, Res. St. Gen. III vlg. en de bronnen uit den tijd van Leicester. Verder Fruin, Verspr. Geschr. III, 134, 186, 209, 399; Motley, United Netherlands I en II, passim.
Brieven van hem aan Oldenbarnevelt en de Staten-Gen. in Gedenkstukken v.O., uitg. van Deventer, I en II.
Blok