M.O., in 1874 die voor het Duitsch M.O. In haar vrije uren beoefende zij ook de Italiaansche taalen letterkunde.
Van 1866 tot 1872 stond mevrouw dèr Mouw, geb. Zillinger aan 't hoofd van een particuliere meisjesschool te Zwolle, terwijl zij in laatstgenoemd jaar tot directrice der gemeentelijke H.B.S. voor meisjes te Deventer benoemd werd, een betrekking die zij 20 jaren heeft vervuld. Met mej. van der Burg (Rotterdam) (boven kol. 61), mej. Boevé (Amsterdam) (boven kol. 41), mej. Buddingh (Utrecht) en mej. Plaat (Leeuwarden) behoorde zij tot de eerste directrices van hoogere burgerscholen voor meisjes in ons land. Tijdgenooten roemen haar als een ‘hoogbegaafde vrouw, bedeeld met groote gaven van hoofd en hart’, die ‘met meer dan gewone liefde en toewijding heeft gewerkt aan de opvoeding en ontwikkeling van het vrouwelijk geslacht. Uit den rijken schat harer veelzijdige kennis gaarde zij met fijnen smaak bijeen wat dienen kon tot veredeling van het gemoed der aan hare zorgen toevertrouwde leerlingen, en aan den degelijken inhoud gaf zij een gulden vorm. Aan zeldzaam fijn en diep gevoel paarde zij een buitengewone energie.’
Sedert 1858 was zij gehuwd met Jacobus Cornelis dèr Mouw (overl. 1906), uit welk huwelijk twee kinderen geboren werden. Boeken heeft zij niet geschreven.
Zie het: In Memoriam van het Deventer Dagblad van 17 Febr. 1892, en de Deventer Courant van 19 Febr. 1892.
E. Zuidema