gesteld. Een resolutie van 17 Aug. luidde, dat Gerardus Jacobi de gewezen abt van Klaarkamp, omdat hij weigert te voldoen aan de resolutie van 9 Aug. in handen van den cipier overgeleverd zal worden, die met hem naar believen mag doen, o.a. uitwisselen met anderen malcontenten te Groningen.
Omstreeks April 1585 woonde hij te Bolsward en werd er na een huiszoeking bij hem gevonden 17 pond goud, dat in beslag werd genomen om daarmede amunitic of proviand te koopen. Zijn recht op het geld werd betwist door de verschillende friesche landschappen, ja zelfs de stad Bolsward meende er aanspraak op te hebben. Of hij het ooit terug kreeg, blijkt niet.
Uit de rekeningen in het provinciaal archief van den ontvanger-generaal der klooster-goederen 1590 ziet men, dat de abt van Klaarkamp Gerardus Jacobi een jaarlijksch pensioen kreeg van 400 gulden.
Niet alleen was de abt van Klaarkamp het eerste lid der staten van Friesland, hij was ook het hoofd der Cisterciënserkloosters in het Noorden, en als zoodanig had hij eveneens een zwaren strijd te voeren. Door de oprichting van het bisdom Groningen was het dochterklooster Aduard daarbij ingelijfd. De abt van Klaarkamp liet niets onbeproefd om deze inlijving, de ondergang van het klooster, te beletten. Door den dood van den abt van Aduard, 1576, zou de bisschop in het bezit der abdij komen, doch de abt van Klaarkamp wist een overeenkomst te bewerken met den bisschop, welke ter goedkeuring naar den Koning en naar Rome gezonden werd. Te voren reeds had hij als visititator te Aduard een administrator moeten aanstellen en door zijn aandrang werd deze 20 Oct. 1577 door de monniken gekozen als abt, en door hem als vader der abdij geïnstalleerd. Ook de keuze van den nieuwen abt van Aduard, Joannes Greven, 1578 heeft de abt van Klaarkamp geleid. Of hij nog de keuze geconfirmeerd heeft van den omstreeks 1594 gekozen abt Wilh. Emmen is twijfelachtig. In 1573 had de abt van Klaarkamp groote moeilijkheden in de priorij Sibculo, waaraan de onwaardige abt van Oudekamp een prior had opgedrongen en dezen met geweld in het bezit van het klooster gesteld, 1573.
Op Palmzondag 1574 kwam de abt Gerardus van Klaarkamp vergezeld van de abten van Menterne en Gerkensklooster om de keuze ongeldig te verklaren, en een nieuwe keus te leiden. De nieuwe prior werd 28 Juni als zoodanig bevestigd, door den commissaris van het gencraal kapittel. 4 Juni 1575 kwam de abt van Oudekamp opnieuw in het klooster met een bende gewapenden om zijne vermeende rechten uit te oefenen, zoodat alle kloosterlingen de vlucht namen. Door toedoen van den abt van Klaarkamp werd den abt van Oudekamp 25 Sept. 1575 zijn visitatierecht ontzegd; tevens zorgde hij. dat het koninklijke gezag deze uitspraak bekrachtigde, en de rust en eendracht in de priorij hersteld werden. Slechts eenige weinige verspreide gegevers kan men over den laatsten abt van Klaarkamp bijeenzamelen, omdat bijna geheel het belangrijke archief der abdij in de vorige eeuw naar den papiermolen werd gezonden.
De laatste abt van Klaarkamp Gerardus Jacobi wordt door vele schrijvers geïdentifiëerd met den laatsten prior van Klaarkamp, Gerardus Agricola (IV, kol. 14). Uit de rekeningen van de pensioenen blijkt duidelijk, dat zij twee afzonderlijke personen zijn geweest, aan wien elk 400 gulden pensioen werd uitgekeerd. Zelfs Telting verwisselt beiden met elkander, ofschoon men dui-