[Hoogstraten, Joannes van]
HOOGSTRATEN (Joannes van), Hoechstraten, abt der Cisterciënserabdij Klaarkamp in Friesland, wordt in oorkonden genoemd 1523-1527. Zijn voorganger wordt het laatst genoemd bij name 1511, zoodat abt J.v.H. reeds een tijd vóór 1523 aan het bestuur kan geweest zijn. 2 Apr. 1528 was zijn opvolger A. van Zwolle reeds abt.
Abt van Hoogstraten ondervond de nadeelige gevolgen van den laatsten strijd om Friesland tusschen den Keizer en de Gelderschen. Juli 1523 brandden en plunderden de krijgsbenden in en rond Klaarkamp. Dan had hij eene langdurige kwestie over het herstellen van het Klaarkamper zijl, tijdens den oorlog slepende. Voor den Hove gedaagd werd de abt in het ongelijk gesteid. 15 Oct. 1524 had een treurige gebeurtenis plaats in zijne abdij. Een jonge monnik, een Fries, vermoordde den prior Henricus van Langstraat uit Brabant, omdat deze hem berispt en bestraft had om zijn dronkenschap. De moordenaar vluchtte naar Leeuwarden, werd gevat en te Klaarkamp levenslang in den kerker gesloten. De abt moest 1000 goudguldens borg stellen, die verbeurd werden, zoo de schuldige ontvluchtte. Na onderhandelingen en requesten verkreeg de abt den obligatiebrief, waarvoor de goederen der abdij te Jelsum behypotheekt waren, terug, mits hij 400 pond aan 's Keizers rentmeester in Friesland uitbetaalde, 5 Sept. 1525. Ten onrechte vermeldt de uitgever van het Charterboek in het opschrift der