tot het oppompen van het water van het eene pand in het andere, aangezien er geen gelegenheid tot voeding van het kanaal van den omtrek van Assen uit bestond. De stoomgemalen waren ingericht om met turf, eene brandstof, die goedkoop in de nabijheid te verkrijgen was, gestookt te worden. Eerst eenige tientallen jaren later is men er toe overgegaan, in deze gemalen steenkolen te stoken. Witsen Elias bleef aan dit kanaal verbonden tot kort voor de voltooiing. Gedurende dien tijd woonde hij te Groningen.
Met ingang van 1 Nov. 1860 werd hij, ter standplaats Leeuwarden, benoemd tot eerstaanwezend ingenieur bij den aanleg der Staatsspoorwegen. Hij werd belast met den aanleg dier lijnen ten noorden van Meppel. Begonnen werd met de lijn Harlingen - Leeuwarden, die door zijne overredingskracht geheel zonder wettelijke onteigening kon geschieden, iets hetgeen met geen enkele andere staatsspoorweglijn het geval is geweest.
Deze lijn kwam in 1863 in exploitatie. Vervolgens werden de lijnen Leeuwarden - Groningen en Leeuwarden - Meppel onderhanden genomen; zij kwamen respectievelijk in 1866 en 1868 in exploitatie. Eindelijk kwamen de lijnen Groningen en Nieuwe Schans en Groningen - Meppel, ten behoeve van welke hij met ingang van 1 Mei 1865 te Groningen geplaatst werd, in 1868 en 1870 in exploitatie. Daarna waren er nog voltooiingswerken te verrichten, revisiewerk te maken enz. Toen dit alles gereed was, werd Witsen Elias met ingang van 1 Sept. 1874 geplaatst op het bureau der opperste directie van den aanleg der Staatsspoorwegen te 's Gravenhage. Hij was de rechterhand der achtereenvolgende chefs dier directie, Klerck en Michaëlis. Hem werd met ingang van 1 Febr. 1876 de rang van hoofdingenieur verleend.
Hij werd in 1872 tot lid van den gemeenteraad van Groningen, in Nov. 1888 tot lid van dien te 's Gravenhage gekozen. Laatstgenoemd lidmaatschap heeft hij wegens de ziekte, aan welke hij bezweken is, niet kunnen aanvaarden.
Hij was een ingenieur met een helder verstand en een zeer practischen blik, van groote werkkracht en humaniteit.
Hij huwde 28 Aug. 1856 J.M. van Diesen, geb. 9 Febr. 1828, overl. 20 Febr. 1907, bij wie hij 11 kinderen had, van wie 10 den volwassen leeftijd bereikten.
Ramaer