[Elias, Jacob (3)]
ELIAS (Jacob (3) Arnoudsz.) was een zoon van Mr. Arnoldus Elias (1695-1762) en Maria Schaeck (1707-76) en kleinzoon van den voorgaande. Hij werd geb. te Amsterdam 18 Oct. 1728 en overleed aldaar ongehuwd 15 October 1800. Hij promoveerde te Leiden 2 Oct. 1747 op eene Disquisitio an cessante ratione legis cesset lex. Hij liet zich in zijne geboortestad als advocaat inschrijven, en werd in 1751 commissaris van hnwelijksche zaken. In 1757, 58, 61, 62, 64, 65, 70 en 71 was hij lid der Schepenbank, in 1759 commissaris van kleine zaken en in 1760 van zeezaken. In 1761 tot lid der Vroedschap gekozen was hij in 1780 en 82-84 thesaurier en in 1781, 85, 86, 90, 91, 93 en 94 burgemeester. Hij behoorde tot de anti-patriotten en was een tegenstander van den pensionaris van Berkel. Hij steunde de politiek van Rendorp, doch ‘veel bedaarder zijnde’ kon hij, naar het getuigenis van een tijdgenoot, diens ‘driftig karakter’ eenigszins temperen. Door de revolutie werd hij den 19den Januari 1795 gedwongen als regeerend burgemeester af te treden. Miniatuurportret door Alb. Schaeck bij jhr. Backer Amsterdam.
Zie: Elias, De Vroedschap van Amsterdam; van Hardenbroek, Gedenkschriften VI, 259 en passim.
Breen