[Eersel, Bartholomeus van]
EERSEL (Bartholomeus van), meer bekend onder den naam Honorius, was geboren te Luik. Zijn vader was afkomstig uit Eersel (N.B.) In 1559 trad van Eersel in de orde van St. Norbertus en deed zijn priesterstudiën in de abdij van Floreffe. Hij werd 1568 pastoor te Helmond. Tijdens zijn bestuur werd de stad door de Staatschen ingenomen (1579) doch door de krachtige verdediging van het kasteel door Adolf van Cortenbach, moest deze spoedig weer ontruimd worden. Honorius, die zeer ervaren was in de Latijnsche taal, bezong deze moedige daad in een gedicht: Victoria nobilissimi Adolphi de Cortenbach ('s Hert. 1581). Bij een nieuwen inval der Staatschen moest van Eersel de stad ontvluchten en reisde in 1582 naar Rome. Later keerde hij naar Helmond terug, doch heeft de pastoorsfunctie niet meer geregeld waargenomen. Uit een overeenkomst, gesloten tusschen de priesters en de regeerders der stad Helmond, dato 24 Oct. 1586 blijkt, dat Honorius' opvolger Schutteput reeds in de stad aanwezig was. Waarschijnlijk heeft de pastoor dus kort na de onderteekening dezer akte bedankt. Zijn overlijden, in de meeste geschiedboeken op 28 Dec. aangegeven, staat in het doodenboek te Floreffe op 16 Dec. 1589 opgeteekend. Behalve bovengenoemd gedicht heeft Honorius nog de volgende werken in het licht gegeven: Admonitiones ad fratres inferioris Germaniae, (den Bosch); Hodoiporicon itineris Halici. (den Bosch 1581); De dictis et factis Caroli V imperatoris; Elogium S. Norberte; Catalogus celebriorum ordinis Praemonstratensis abbatiarum; (den Bosch 1584); Laetus introitus Ernesti Bavari Vacca Belgica; Passio Gasparis Collignaei; Questiones theologicae LXX; Elucidarium B Anselmi Domini
in Helmond.
Zie: Schutjes, Gesch. van het Bisdom 's Hertogenbosch IV, 123; Ign. Welvaerts, Levensschets van Beugels (2e druk) 117; Bossche Bijdragen II, 107.
Heeren