[Brinkhuyzen - Petit, Maria]
BRINKHUYZEN - PETIT (Maria), de vrouw van den vorige, was eene zuster van Catharina Christina Petit, de vrouw van Harmanus Benjamin. In 1680 was zij aan den Amsterdamschen Schouwburg verbonden op een speelloon van ƒ 5. In 1696, na den dood van haar man, is zij te gelijk met haar zwager en zuster Benjamin korten tijd bij Rijndorp geweest, maar al spoedig teruggekeerd. In 1701 had zij met Hermanus Koning en met haar zwager de directie over de Amsterdamsche tooneelspelers, die, zooals de gewoonte was, gedurende de vacantie de kermissen bereisden. Zij leefde nog in 1723, maar het is niet zeker, of zij toen nog aan den Schouwburg was. In 1738 roemde Duim in zijn Jubilée ‘het zusterpaar der Petieten.’
Zie: Kossmann, N. Bijdr. tot de gesch. v.h. Nederl. toon. in de 17e en 18e eeuw, 116; Worp, Gesch. v.h. drama en v.h. tooneel, II, 37.
Worp