[Bloemen, Henricus]
BLOEMEN (Henricus), ook Bloem of Blom, zoon van Gerrit Bloemen en Geertrui ten Oever, geb. 4 Aug. 1733 te Ootmarsum, overl. 10 Mei 1806 te Tubbergen. In Juni 1758 werd hij pastoor van Tubbergen. Tot nu toe werden de kerkelijke diensten gedaan op een groot kwartier afstands van het dorp; in 1762 werd echter een nieuw kerkhuis toegestaan aan den westkant van het dorp. De pastoor was tevens rentmeester van de havezate Weemselo. In 1795 werd hij coadjutor van den aartspriester van Twente en volgde hem in 1796 op. Hij scheidde verschillende nieuwe parochies van de zijne en van andere af en richtte nieuwe staties op. Hij werd begraven in de groote kerk in de grafstede van het huis Weemselo.
Zie: Archief Aartsb. Utrecht II, 147; VIII, 147, 369; XVI, 114; Geerdink, Bijdragen Twenthe 123, 371-372, 341, 421; Verslagen en Mededeelingen Overijsselsch Regt en Geschiedenis IX (1874) 89-91; Kerkelijk Nederland 1856: Mengelwerk 21 vv.; Röring, Kerkelijk en Wereldlijk Twente I, 182-183.
Janssen