zijn zij een korten tijd bij het gezelschap van Rijndorp geweest, maar spoedig naar Amsterdam teruggekeerd. Zijn dood is door Ludolph Smids Bezongen. Benjamin schreef de klucht Krispijn baron en afslager (1694, 1724) en vertaalde De minnaar van zijne vrouw (1692, 1705, 1743) naar Dorimond, Felicia (1699) naar Montauban en De koppelaar van zijn vrouw (1698) ook naar het Fransch.
Zie: Kossmann, N. Bijdr. tot de gesch. v. het Nederl. toon. in de 17e en 18e eeuw, 115, 116; Worp, Gesch. v.h. drama en v.h. tooneel I, 435; II, 121, 123, 205.
Worp