[Witsen, Dr. Cornelis (3)]
WITSEN (Dr. Cornelis) (3), 5 Sept. 1605 - 12 Mrt. 1669, zoon van Jan Cornelisz. W. en Margrieta Oetgens. Het blijkt niet waar hij zijn academische studiën is begonnen of voltooid heeft. De inschrijving ten jare 1615 van een 17-jarigen Cornelis W. Amstelodamensis in het Alb. Acad. van Leiden stemt niet overeen met de inschrijving in het doopregister van de Oude kerk van 1605, het geboortejaar van Dr. Cornelis. Vermoedelijk dat hij zijn doctorstitel aan een buitenlandsche hoogeschool verwierf, gelijk meerdere van zijn tijden stadgenooten. Hij was in 1636 schepen en regent van het Burgerweeshuis. Sedert 1643 vroedschap, in 1645 bewindhebber van de W.I. Comp., in de jaren 1653, 58, 62 en 67 burgemeester en daarna tot zijn dood, hoofdschout. In 1652 ging hij in de plaats van Cornelis de Graeff, die zich excuseerde, als gedelegeerde van wege Holland naar Overijssel en Gelderland om de beweging te keeren, die ook daar was ontstaan ten gunste van de aanstelling van den tweejarigen prins Willem III tot kapitein-generaal. Van 1654 tot 57 had dr. Cornelis zitting in de admiraliteit van A. en werd als zoodanig met Willem van Wassenaer in 1656 naar Engeland afgevaardigd ter onderhandeling met Cormwell over diens scheepvaartwetten. Als gedeputeerde naar de Generale Staten vergezelde hij de Witt in 1665 en 66 naar den Helder voor de bemoeiingen ter uitrusting van 's lands vloot. Ook had hij zitting in de Commissies van fortificatie, artillerie en pilotage. In 1660 kocht hij het huis op de Keizersgracht, nu no. 327, dat hij geheel liet verbouwen en waarvan v. Zesen in zijn beschrijving van A., den sierlijken gevel vermeldt. In de 18e eeuw heette dit huis het Blauwhuis. Vlg. Bontemantel was Dr. Cornelis ‘te veel genegen tot groote
glaesen.’ Als schout maakte hij zich onbemind door zijn schraapzucht. Op van der Helst's Schuttersmaaltijd (1648) ziet men hem als kapitein van zijn wijk onder de hoofdfiguren, rechts gezeten, met den St. Jorisbeker op de knie en zijn rechterhand in die van zijn luitenant Joan v. Waveren. Ook komt hij voor op een Overliedenstuk van den Kloveniersdoelen door van der Helst geschilderd (1655). Zijn portret ook bij Wagenaar, door Houbraken gesneden.
Uit zijn huwelijk met Catharina Gaeff, alias Lamberts dr. Opsy, werden hem vijf zonen geboren.
De stadscollectie van penningen op het stedelijk museum van A. bevat twee gedenkpenningen op zijn nagedachtenis; de een heeft zijn beeld en dat van zijn vrouw, de andere vertoont zijn beeld en aan de keerzijde zijn wapen met spreuk ‘Candide et Cordate’. Vondel schreef een gedicht op zijn marmeren borstbeeld (door Quellinus).
Zie: Literat. bij Nicolaas Witsen (kol. 1479).
Veder