[Verbruggen, Johannes Wilhelmus]
VERBRUGGEN (Johannes Wilhelmus), boekh.-uitgever te Rotterdam, waar hij 13 Mrt. 1806 geb. werd en 4 Febr. 1864 overl. Reeds op 12-jar. leeftijd in de leer gedaan bij den boekverkooper P. van der Meer, was hij hier zes jaar vlijtig werkzaam en vulde zijn te kort aan kennis door eigen studie aan. In 1824, bij 't overlijden van zijn patroon, zette hij diens zaak voort onder den naam van der Meer en Verbruggen. Later (1854) veranderde die naam in Verbruggen en van Duym, maar van beide firma's was Verbruggen het leidend hoofd. Van zijn uitgaven, meest van theologischen en stichtelijken aard, zijn vooral bekend: Muston's Herleven en Herkennen (1833; 3de dr. 1835); Hagebach's Wezen en Geschiedenis der Hervorming, 10 dln.; Merle d'Aubigné's Geschiedenis der Hervorming, 5 dln.; Neander's Geschiedenis der Christelijke Godsdienst en Kerk, 9 dln.; van Oosterzee's Leerredenen en vele andere werken (Clarisse, van der Palm, Prins, van Oordt, enz.). Niet het minst belangrijk is voorzeker de Historische Atlas van Noord-Nederland door Mr. G. Mees Az. Bekend was ook het letterk. tijdschrift de Fakkel, onder redactie van Ds. J.P. Sprenger van Eyk, bij zijne firma uitgegeven.
Verbruggen was getrouwd, sedert 1835, met Johanna Antonia Peypers, die hem met 3 kinderen overleefde.
Zie: Adresb. Ned. Boekh. 1865 (met portr.); Kruseman, Bouwstoffen II, 302, en Bijdragen Gesch. Boekh. I, 122.
Zuidema