[Tinholt, Lambert]
TINHOLT (Lambert), geb. te Amsterdam 13 Sept. 1825, en aldaar gest. 22 Febr. 1886, zoon van Hendrik Tinholt en Maria Sophie van Voorst, bezocht de particuliere school van Scheepmaker, en de latijnsche school van zijn geboortestad. Da Costa gaf hem les in het Hebreeuwsch on als zoodanig behoort hij tot een jongere generatie van het Réveil. Hij studeerde te Utrecht in de theologie en was een der medeoprichters van het studentengezelschap ‘Seker Dabar’. In 1848 huwde hij met Marritje Dros en deed eenige dagen later, 12 Nov., zijn intrede op het eiland Marken. In 1852 vertrok hij naar Wissekerke, in 1858 naar de Haarlemmermeer en in 1867 naar Koudum, waar hij werkzaam was in de evangeliebediening tot zijn dood. Hij werd redacteur der Stemmen voor Waarheid en Vrede (1864) en van het weekblad De Banier (1874), waarin hij de Christelijk-historische beginselen voorstond. Hij bestreed het modernisme in de brochures Christelijke doop of spotdoop? Stukken betreffende het voorgevallene bij een doopsbediening te Workum (Amst. 1868); Doop of Herdoop? Vervolg op Christelijke doop of spotdoop? met een naschrift over Niemeyers Open Brief (Amst. 1869). Hij bepleitte de belangen van het bijzonder onderwijs in het vlugschrift Een twistappel en zijne wegruiming, een poging tot oplossing van den schoolstrijd, veel overeenkomende met het tegenwoordige subsidiestelsel. In 1870 gaf hij zijn advies in zake De lidmatenquaestie in de Herv. kerk te Sneek, toen orthodoxe ouderlingen weigerden bij de aanneming van lidmaten door den vrijzinnigen predikant Dr. M. Niemeijer tegenwoordig te zijn, in een brochure (Sneek 1870). In de dagen der Doleantie was hij een zeer
invloedrijk synodelid en wellicht zou het verloop van deze kerkelijke beweging niet op een scheiding zijn uitgeloopen, indien Tinholt, die scheuring wilde voorkomen, in het leven ware gebleven. Doch in het heetst van den strijd werd hij tot hooger leven opgeroepen. Hij gaf nog in het licht, behalve vele opstellen in de Stemmen voor Waarheid en Vrede onder den schuilnaam Brahmin en in de Banier: Het jubilé van Nederl. Vrijheid in Nederlands jongste gemeente of de Oranjefeesten te Haarlemmermeer met daarbij gehouden redenen (Amst. 1864); Van Babel naar Jeruzalem (Sneek 1868); Zestal leerredenen (Sneek 1868). Op de Evangelische Alliantie te Amsterdam hield hij in 1867 een redevoering over ‘Das Uebernatürliche und die Naturgesetze,’ die te vinden is in het verslag dier vergadering, en voorzien is van zijn portret. Leerredenen vindt men nog in het tijdschrift Eén Heer, Eén Geloof.
Zie: Stemmen voor Waarheid en Vrede, 1904; Banier 1886 en verschillende rechtzinnige bladen en tijdschriften in Februari en Maart 1886; H.A. Leenmans, God nam hem weg, rede ter gedachtenis van Ds. L. Tinholt, gehouden te Koudum.
Wumkes