Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4
(1918)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1264]
| |
tienjarige knaap geraakte hij den 20en December 1751 met de geheele bemanning van het schip ‘het Huys in 't Bosch’, waarop hij als adelborst diende, nadat dit op de Algerijnsche kust schipbreuk geleden had, in de slavernij van den Bey van Tunis, uit welke hij den 21en November 1752 werd verlost, waarna hij bij de admiraliteit van Amsterdam verder diende en den 7en April 1768 tot extra-ordinair kapitein werd aangesteld. Den 26en Juli 1771 verzocht hij echter verlof om voor 6 jaren in dienst der O.I. Compagnie over te gaan, en werd hij het volgende jaar tot equipagemeester aan de Kaap benoemd, in welke betrekking hij zich door grooten moed onderscheidde, maar zich tegelijkertijd den haat der Kaapsche bevolking op den hals haalde, die in hem te recht of ten onrechte, een medeplichtige en werktuig van den gouverneur Joachim van Plettenberg en den fiscaal Boers (kol. 186) zag. In 1782 keerde hij naar het vaderland terug en vestigde zich op den Wildenborgh, dien hij 23 Mei 1781 voor ƒ 20.000 gekocht had. Hij was gehuwd met Sophia Winanda Verhuell, die hem overleefde. Zijn door een onbekende geschilderd portret is bij Mr. L.C. Staring te Dordrecht. Men zie over hem: Nieuwe Nederl. Jaarboeken 1782, I, 697; II, 726-1315; Mc. Theal, History of South Africa under the administration of the Dutch East India Co. II, 140, 188; Le Vaillant, Second Voyage dans l'intérieur de l' Afrique 20; Lulofs, Gelderland's voortreffelijke letteren landhuishoudkundige Mr. A.W.C. Staring 247. de Savornin Lohman |
|