[Schortinghuis, Gerardus]
SCHORTINGHUIS (Gerardus), geb. te Weener, 14 Oct. 1724, gest. te Koudekerke 18 Nov. 1767, oudste zoon van Wilhelmus Schortinghuis, den schrijver van het Innige Christendom en Aletta Busz, studeerde te Groningen en werd 16 Sept. 1749 ‘met vol genoegen’ door de classis Oldampt en Westerwoldingerland toegelaten tot den H. Dienst. In afwachting van een beroep stond hij zijn vader bij in diens werkzaamheden, hetgeen dezen zeer welkom was wegens minder gunstigen gezondheidstoestand. Kort voor zijn dood had de vader nog het voorrecht zijn zoon als predikant te Rottevalle te mogen bevestigen (20 Sept. 1750), waar deze werkzaam bleef tot 31 Mei 1761. Tot zijn dood was hij verder predikant te Koudekerke. Hij was ongehuwd en gaf in het licht Elisa's rouwbedrijf, wanneer de Heere zynen heere Elias van zyn hooft weghnam verklaart en toegepast, ter naagedagtenisse van den weleerwaarden zeer gelcerden heere Jesaias Hillenius, in leven zeer geagt en getrouw leraar, en herder van Jesus kudde, in de Dragten (Leeuwarden 1759).
Zie: J.C. Kromsigt, Wilhelmus Schortinghuis (Groningen 1904), 305, 308; Boekzaal, 1768, I, 339; Catal. van het Friesch. Genootschap (Leeuw. 1862) 157.
Wumkes