Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4
(1918)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1126]
| |
overleed 12 Aug. 1820 en huwde in 1775 Irmgard Ebella baronesse van Raesfeld (dochter van de dichteres C. Feyoena van Sytzama; zie kol. 1110). Hij vertrok als kapitein van de ‘Harlingen’ (van de Fr. admiraliteit) met viceadm. Reynst naar de Midd. zee, liep te Cadix binnen, vatte post op de Schelde na terugkomst (1784), waar hij de verantwoordelijkheid droeg der aanhouding van de Keizerlijke brik ‘Louis’. Hij verliet den zeedienst in 1785 en werd, als lid der ridderschap van Overijsel sinds 1788, landdrost van Salland. Als ambteloos burger overleed hij op de havezathe Collendoorn (bij Hardenberg), door een opeenvolging van rampspoedige omstandigheden berooid en na het afsterven van al zijne naaste bloedverwanten. Uit familie-opgaven, alsmede S. Haagsma's H.S. betr. de Friesche admiraliteit (Friesch Genootschap). Mulert |
|