[Pijll, Mr. Jacobus]
PIJLL (Mr. Jacobus), geb. te Dordrecht 1621, overl. aldaar 1651, was de zoon van Johan Pijll en Mondina 't Jong Hij werd 28 Febr. 1631 te Leiden ingeschreven als student in de rechten, en was in de jaren 1641-42, 1651-52 schepen van Dordrecht; voorts commiesstapelier der Generaliteitsmagazijnen en vivres, rentmeester van het H. Geesthuis ter Groote kerk, president der Weeskamer, 1650. Hij was gehuwd met Susanna van der Does Jacobsdr., die hem tien kinderen schonk. Hij beoefende de latijnsche poëzie, was bevriend met Caspar van Kinschot, Scriverius, Heinsius en Barlaeus. Hij gaf de Poemata van zijn oom Martinus Pijll uit, terwijl Joh. Michaelius hem zijn Poemata opdroeg.
Zie: Balen, Beschr. van Dordr. 1202.
van Dalen