Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 4

[Mans, Joannes]

MANS (Joannes), geb. te Zierikzee 13 Jan. 1565, overl. te Brugge 28 Nov. 1621. Sinds 16 Juni 1590 was hij priester, toen hij 3 Aug. 1592 te Doornik in het noviciaat der Jezuïeten-orde trad. Kort daarna kwam hij te Brugge, waar hij met veel vrucht in de zielzorg arbeidde, en in 1620 met het bestuur van het college belast werd. Toen de stad in het volgend jaar, na den mislukten aanval van den gouverneur van Antwerpen, Iñigo de Borgia, op Cadsand, overvol was van zieken, richtten zich bisschop en magistraat tot P. Mans met het verzoek, zich met de zorg der verlaten zieken te be-

[p. 947]

lasten. Alle bewoners van het college togen terstond aan het werk. Dertien werden aangetast, waarvan vier bezweken. Onder dezen was ook P. Mans. Uit het Spaansch van Lud. de la Puente vertaalde hij de twee eerste deelen zijner Meditatien van de principaelste misterien ofte verholentheden van ons gheloove enz. (Ipre 1614-16) die nog tweemaal herdrukt werden.

Zie: Imago primi saeculi Societatis Jesu (Antwerpen 1640) 828; Sommervogel, Biblioth. d.l. Comp. de Jésus, V, 504.

van Miert