[Manen, Willem Christiaan van]
MANEN (Willem Christiaan van), geb. te Nijmegen 27 Febr. 1771, overl. te Amsterdam 18 Juni 1832, was de zoon van Albertus van Manen en Helena Johanna van Arnhem; hij studeerde in de theologie te Duisburg en te Utrecht van April 1790 tot Sept. 1793. Hij werd daarna predikant te Heerenveen en 16 Maart 1794 bevestigd. Na in Juni 1795 voor de tweede maal te Driel te zijn beroepen, vertrok hij daarheen 6 Sept. van dat jaar. Reeds 1 Juli 1797 werd hij te Zaltbommel beroepen, en verbleef aldaar tot 1803, toen hij deze plaats met 's Hertogenbosch verwisselde. 15 Oct. 1807 kwam hij in de plaats van ds. Rummerink te Dordrecht, waar hij 8 jaren doorbracht, en van daar vertrok hij naar Amsterdam (20 Mei 1815). Hij stond bekend als een der uitstekendste leeraren zijns tijds, maar heeft geen geschriften nagelaten.
Zijn portret, gegraveerd door en naar J.C. Bendorp, werd met een vierregelig vers van P. van Braam bij P. Blussé in 1808 uitgegeven; een ander met 8-regelig vers door C. van S. bij J.P. Hobijn; een derde door J.W. Caspari naar H.W. Caspari met 5-regelig onderschrift bij S. van Ledden Hulsebosch, 1817.
Zie: Schotel, Kerk. Dordr. II, 718: Muller Cat. van Portr.
van Dalen