had om als prior alles in het klooster opnieuw te regelen en te veranderen, volbracht hij zijn werk tot aller tevredenheid, zoodat hij in Warmond tot prior werd gekozen. Volgens voorschrift der colligatie van Sibculo, waartoe Warmond behoorde, moest hij in het klooster zijner professie, Warmond, de keuze tot prior aannemen en het bestuur in Gallilea laten varen. 9 Nov. 1471 komt pater Arent nog voor als prior van Gallilea. Zijn opvolger in Gallilea bestuurde slechts een jaar het klooster, de daaropvolgende prior slechts een half jaar en overleed Jan. 1474, zoodat Arnoldus 1472 prior geworden is in Warmond. Na eenige jaren is hij van het bestuur aldaar ontheven en toen weder herkozen tot prior te Gallilea, waar hij 24 Jan. 1482 als zoodanig voorkomt. Opnieuw moest hij afstand doen van het bestuur van Gallilea, omdat hij een tweede maal te Warmond tot prior gekozen was. Niet lang heeft hij dit keer aan het hoofd van Warmond gestaan, want de biechtvader van Loosduinen, Arnoldus Petri Katwijck, die sinds 1485 het nonnenklooster gedurende 25 jaar bestuurde en aldaar 1510 overleed, kan niemand anders zijn dan de voornoemde prior van Warmond en Gallilea. Zijn naam komt niet voor in de uittreksels van het doodenboek van Warmond in Bijdr. Haarlem en Hist. Ep Ultraj. ook niet op de doodenlijst van Gallilea. Op dit tijdstip echter treft men monniken van Gallilea en Warmond aan als biechtvaders in Loosduinen. Arnoldus komt voor op onvolledige lijsten der priors van beide kloosters in Römer en Bijdragen Haarlem, doch onjuist.
Zie: D.J.M. Wüstenhoff, De priorij van Gallilea nabij Monnikendam, in Arch. voor Nederl. Kerkgesch. VII (1898) 132, 307, 310; Bijdr. Bisdom Haarlem XXX (1907), 373, 382; XXXIII (1910) 29, 38, 39; Römer, Gesch. overzigt kloosters en abdijen I, 312; II, 203.
Fruytier