more Cartusiano; Psalterium beatae Virginis' dat hem doet kennen als een vurig vereerder der H. Maagd en hem wel eens, ten onrechte, als den eersten beoefenaar van het rozenkransgebed heeft doen beschouwen. Zeker is, dat onder zijn invloed, de kartuizer leekebroeders dagelijks den geheelen rozenkrans moesten bidden. Het Psalterium is o.a. afgedrukt by Dreves, Analecta hymnica, XXXVI (1901), 5-6, en bij Kronenburg. Maria's heerlijkheid III, 424; middelnederl. tekst ald. III, 507. Of hij ook nog het Chronicon Majoris Cartusiae en Tractatulus proficere volentibus geschreven heeft, is niet zeker. Het Tractatulus werd herhaaldelijk uitgegeven, o.a. bij Hirsche, Prolegomena zu... der Imitatio Christi I (1873), 482-504. Na zooveel arbeid was de rust wèl verdiend. Hij smaakte deze dan ook in de afzondering te Keulen, waar hij ingetreden was; een vroom gebruik was het immers bij de strenge monniken, dat bun graf niet op een andere plaats zou zijn, dan waar zij het religieuze leven begonnen hadden.
Zie: Le Couteulx, Annales Ordinis Cartusiensis, I, lvii; II, 41, 451; III, 68, 315; IV, 425, 499; V, 307, 346, 548; VI, 3, 31, 54, 55, 135, 139, 169, 258, 261, 297, 447; VII, 3, 230, 563 (Monstrolii 1887-90); Raissius, Origines Cartusiarum Belgii 86 enz. (Duaci 1632); Moll, Kerkgesch. van Ned. II, ii, 119-21, 124, 165, 256 351, 577-78, 393, 400; de Vooys in Ned. Archief v. kerkgesch II (1903), 306-308.
Mulder