abt van Kamp Joannes ab Hüls, de door den Keizer benoemde abdis van Leeuwenhorst, Joanna van der Does, geïnstalleerd. Veel ongenoegen
bezorgde hem de adellijke abdij ter Hunnepe bij Deventer. In deze abdij heerschte een geest van verzet en verwaarloozing van de voorschriften der
orde, zoodat het Hof van Gelder hierover klachten indiende bij den abt van Kamp, Nov. 1548. De visitatie hierop door den abt gehouden hielp niets.
De abt was genoodzaakt hulp en steun te zoeken bij den bisschop van Utrecht en den aartsbisschop van Keulen, doch de oneenigheid en het verzet der
kloosterlingen, die gesteund werden door hare machtige familie, bleef voortduren. Ten laatste was hij genoodzaakt den stadhouder van Gelder om bijstand te vragen. Hij beproefde de tucht in de abdij te herstellen door twee nonnen te ontbieden uit de abdij te Roermond, de gezusters van Rossum, terwijl hij hoopte, dat een harer de abdis zou opvolgen. Doch een andere werd gekozen en de oneenigheid bleef voortduren, zoodat het den abt slechts gelukte eenige verbetering te brengen in den wantoestand. In de abdij te Roermond daarentegen, waar abt Ingenray 1560 de abdis Elisabeth de Flodrop had geïnstalleerd, heerschte een voorbeeldige regeltucht, zooals de abt van Citeaux bij zijn bezoek verklaarde. Hij vond er ‘abbatissam doctam et eruditam et aliquot moniales similes.’ Weinig is bekend over de bemoeiïngen van den abt in de aan hem ondergeschikte nederlandsche mannenkloosters. De prior van Marienkroon te Heusden werd gekozen 1540, voor den cellier van Kamp, omdat de abt niet persoonlijk kon verschijnen. 1542 bevestigde hij de keus van een prior van Sicrulo. 1546 was Joannes abt van Kamp tegenwoordig in Potklooster bij de keuze van den prior Joh. van
Duin. 14 Februari 1563 hield hij nog een klooster-visitatie te Groot-Buurloo. De dag van zijn dood 30 Maart, alleen opgegeven door Montanus, schijnt niet bekend aan Jongelinus of de Kroniek. Zijn overlijden was een des te gevoeliger verlies, omdat zijn opvolger zich onwaardig gedroeg. Het portret van Joannes Ingenray komt voor op de luiken van een triptiek afkomstig van Kamp, thans in de kapel te Niederdonk (Büderich) en voorstellende St. Bernardus knielende voor de H. Maagd, geschilderd 1538 door een hollandschen meester. Zijn portret, bewaard te Kamp met de andere abtsportretten, werd 1833 geschonken aan Freiherr von der Leyen te Krefeld.
Zie: Jongelinus, Notitia abbatiarum O. Cist. (Col. Agr. 1640) II, 11; Dicks, Die Abtei Kamp am Niederrhein (Kempen 913) 425, 432-441; Archief Aartsb. Utrecht III, 389, 394; Bijdr. Vaderl. Gesch. en Oudheidk. n.r. I, 106-107; Versl. en meded. Overijss. Regt en Gesch. XXIV (1906) 1-17; G. Coeverincx, Analecta, II, 408; Hist. ep. Daventr. 153.
Fruytier