[Imans, Marinus]
IMANS (Marinus), geb. in 1821 te Gouda, overl. 19 Jan. 1900 te Utrecht. 22 Dec. 1847 promoveerde hij te Utrecht tot doctor in de geneeskunde na verdediging van een proefschrift, getit.: De paracenthese thoracis, en in Mei 1850 tot chirurgiae doctor. Hij vestigde zich te Utrecht en werd op 1 Mei 1860 benoemd tot geneesheer-directeur van het Burgerziekenhuis en kort daarna ook van het Nosocomium Academicum, welke beide inrichtingen in één gebouw vereenigd waren. Hij slaagde er in in deze dubbele betrekking te voldoen aan de eischen van het klinisch onderwijs, zonder dat daardoor de belangen zijner patiënten geschaad werden. Ook in de huishouding, voeding en verpleging der zieken heeft hij belangrijke verbeteringen aangebracht, maar toch kon hij niet al zijne wenschen vervuld krijgen. In de jaarverslagen door hem aan Regenten aangeboden, liet hij niet na, om te wijzen op hetgeen aan de inrichting ontbrak. Als behandelend geneesheer muntte hij uit door zijne uitgebreide kennis, wetenschappelijken zin en toewijding aan zijne patienten. 1 Jan. 1892 kreeg hij zijn eervol ontslag en daarna bracht hij zijne verdere levensjaren in stille eenzaamheid door. Met F.C. Donders en J.H. Jansen gaf hij uit de 3de serie van het Nedertandsch Lancet, Tijdschr. v.d. geneesk. wetensch. in haren geheelen omvang I-V ('s Grav. 1852-56), terwijl ook eenige wetenschappelijke bijdragen van hem verschenen, t.w. Berigt over de cholera te Utrecht in het hospitaal waargenomen, met L.C. van Goudoever in Ned. Lancet 2de Ser. IV (1848); Leerboek der pathologische anatamie, door Dr. A. Förster, u.h. hoogd. vert. (Tiel 1851); Vetmetamorphose van den musc. pector. major. bij een geamputeerde
in Ned. Lancet. 3de Ser. I, 166; Kankerachtig gezwel op den bodem der schedelholte, Ibid. 270; Ontaarding van den gehoorzenuw ten gevolge van drukking, Ibid. 274; Over het voorkomen van amblyopie of van amaurose met albuminurie, Ibid. 356; Handboek der oogheelkunde door Seitz, u.h. hoogd. (1856); Bedenkingen tegen de ontwerpen van wet betreffende het geneeskundig staatstoezicht (Utr. 1864); Een woord over Dr. Penn's ‘Nog iets over de ontwerpen van wet regelende het geneesk. Staatstoezicht’ (Utr. 1865).
Zijn portret komt voor in Geschiedenis der klinieken enz. te Utrecht door B.J. Kouweren H. Laméris (Kampen 1908).
Simon Thomas